Van wie is de stad?
Op 23 mei interviewde buurtgenoot Erica Meijers de kunstenaar Bart Stuart – die nauw samenwerkt met Klaar van der Lippe – uit de Van der Pekbuurt in Noord. Bart is als kunstenaar actief op het gebied van stadsontwikkeling. Hij reist de wereld door op zoek naar de ontwikkelingen in andere grote steden waar we misschien iets van kunnen leren, zoals Shenzen in China, Lima en Moskou. Hij noemt zich “urbanist”. Zijn werkruimte heeft hij onder de hellingbaan op de NDSM: de laatste “rafelrand” van de stad. Als bewoner van de Van der Pekbuurt werd hij weer al jaren geleden geconfronteerd met plannen van Ymere om grote delen van de huurwoningen te slopen en te vervangen voor – duurdere – nieuwbouw. Voor de woningcorporatie een plan met veel plussen: een woningvoorraad die weer lang mee kon, hogere huren, dus hogere inkomsten. Maar Bart mobiliseerde samen met andere bewoners de buurt en ontwikkelde een visie die uitging van behoud. Na jarenlange lobby tot in de Tweede Kamer slaagde het plan; bestaande woningen werden gerenoveerd en de huurders konden blijven. Maar het proces van gentrification zette door en de woningen die in de Van der Pekbuurt in de verkoop gingen, gingen voor forse prijzen naar bewoners uit een heel andere inkomensgroep dan de huurders. Toch is Bart tevreden met het resultaat. De Van der Pekbuurt is redelijk in balans gebleven. Misschien omdat tot voor kort de gentrification in Amsterdam een door de overheid gestuurd proces was, en niet helemaal vrij gegeven aan speculanten. Maar Bart is er niet gerust op. Erica distilleerde uit alle ervaringen van Bart vier ontwikkelingen:
- De verschuiving van de stad als plek waar mensen wonen en werken naar een mechanisme om geld mee te verdienen. Money als planner
- Van labour naar leisure en van strijdtoneel naar pretpark
- Van emancipatiemachine naar segregatiemechaniek
- Versnelling: van geregelde tijden naar 24-uurs economie.
Woningen zijn de nieuwe handel
Niet langer is werk een manier om geld te verdienen in de stad, maar verdienen we geld door de stijging van de prijzen van vastgoed, vooral van woningen. Stuart illustreert elke verandering aan de hand van de geschiedenis van de stad. Waar we ooit geld verdienden als importeur en bewerker van hout, specerijen en levertraan in de talloze pakhuizen langs de havens en in de handelshuizen langs de grachten, zijn die pakhuizen nu zelf handelswaar geworden en worden ze opgekocht door investeerders uit China en het Midden-Oosten. Ook nieuwe complexen treft hetzelfde lot, zie het Pontsteigergebouw. Nog voor de oplevering waren grote appartementen al opgeknipt in kleine appartementen en maakten investeerders soms 300% pure winst. Dergelijke gebouwen gaan ook geen onderdeel meer vormen van het stedelijk weefsel. Bewoners zijn wereldsterren die deze appartementen kopen als pied à terre, maar er zelden verblijven. Op het Westerdokseiland zijn de complexen gebouwd rond binnenplaatsen, maar er zijn geen stegen tussen het IJ en het Westerdok via die binnenhoven: alles is dichtgezet. Echte “gated communities” pal naast onze historische stad. Het gevolg wat Bart hier nu ziet, en de in de eerdere genoemde steden is het proces al veel verder voortgeschreden, is een stad met alleen hele hoge inkomens en een deel achterblijvers, die geen mogelijkheden zien om weg te komen, met hele lage inkomens.
Het beeld van de stad wordt bepaald door ontspanning en recreatie
Niet langer is werk bepalend voor de activiteiten in de stad, maar ontspanning: de stad als pretpark. In Westerpark is het niet nodig om dit uit te leggen. Waar het nieuwe park 20 jaar geleden bedoeld was voor ontspanning van de – werkende – omwonenden, is het nu een continue festivalterrein voor voornamelijk bezoekers van uit de hele stad, het hele land en de hele wereld. Van de 365 dagen per jaar zijn er 200 waarin het park niet of verminderd toegankelijk is. Natuurlijk bezoeken bewoners ook een deel van deze evenementen. Bart geeft aan zelf ook graag naar het Eye te gaan bij hem om de hoek. Maar hij stelt zich de vraag: zijn we er alleen zijn om te consumeren of willen we meer met ons leven?
Exit emancipatiemachine
Niet langer is de stad de emancipatiemachine waar jonge mensen uit de provincie heen trekken om zich te ontwikkelen, maar pendelen zij op en neer omdat de kamerprijzen te hoog zijn. Amsterdam draait mee in de internationale top op heel veel terreinen waar kennis essentieel is. Maar nu keert de wal het schip. Afgestudeerden kunnen ze zich na afronding van de studie zich er niet meer vestigen. Daardoor verliest de stad terrein als broedplaats van kenniswerkers, met ingrijpende gevolgen voor de stad als denktank voor zijn economie. Want hoe digitaal te wereld ook mag zijn: face to face contacten blijven in de kenniswereld heel erg belangrijk en hoe hoger de dichtheid van kenniswerkers is, hoe meer innovaties ontwikkeld worden. Die slag gaat de stad verliezen.
I buy so I am
Niet langer wordt de stad geregeerd door de ritmes van werkenden, maar door de 24-uurseconomie van toerisme. Hoe klein Amsterdam mag zijn in vergelijking met andere wereldsteden, ook hier is 24 uur per dag alles uit de hele wereld te koop, vers ingevlogen. Daarmee ontstaat een zich zelf versterkend mechanisme: de stad is daardoor aantrekkelijk voor wereldburgers, die voor die luxe graag betalen en in de hoogste regionen hoge inkomens verdienen. Misschien zou het een tandje minder en meer duurzaam kunnen?
Wat te doen?
De vraag die herhaaldelijk terugkomt: wat gaan we er aan doen? En is het afzetten tegen toerisme en tegen hoge inkomens niet te makkelijk? Bart – en Erica – geven eerlijk toe geen pasklare antwoorden te hebben. Zij willen een avond als deze juist gebruiken om met elkaar het gevoel van urgentie te bespreken. Verschillende bezoekers van de avond geven aan deze urgentie zeker te voelen, maar het lastig te vinden om aan te grijpen op een heel sluipend proces. Zo concreet als het plan voor de Van der Pekbuurt is het doorgaans niet. Elke corporatie verkoopt zijn bezit zeer gespreid, niet met hele blokken tegelijk. Maar er zijn wel degelijk generieke maatregelen denkbaar die zoden aan de dijk zetten. Het klinkt heel technisch: maar de huurders in de stad moeten eisen dat de WOZ-waarde van hun woning niet mede de huurwaarde bepaalt. En de verhuurderheffing van de corporaties moet afgeschaft, want dat is een drijfveer om bezit in de dure wijken te verkopen. Feitelijk zou er vanaf nu een stop op verkoop van sociale huurwoningen moeten komen, zoals verwoord in het coalitie akkoord.
Erica stelde voor om met een aantal mensen, uit de buurten en bijvoorbeeld ook de kerken en buurtorganisaties, een manifest op te stellen. Niet gericht tégen de politiek, of tégen investeerders of ondernemers in de recreatieve sector, maar een manifest vóór een stad in balans, als steun voor de krachten in de politiek die ook die kant op willen. Daarbij alle symptomen van disbalans in kaart brengen, met voorstellen voor een stad in balans. Een stad van mensen voor mensen, want niet de stenen bepalen de stad, maar de mensen die er gemeenschappen vormen. Anders resteert er alleen steen en is de stad ten dode opgeschreven.
Dick Jansen
Wie mee wil doen en denken, kan zich melden bij Kerk & Buurt, per adres info@dickjansen.nl