Verslag Buren vertellen: Frans Grijzenhout 21 februari 2019

Dat Rembrandt en de geschiedenis van ons land in veel opzichten met elkaar verweven zijn, kon onze buurtgenoot Frans Grijzenhout, kunsthistoricus, met veel ironisch plezier goed uitleggen. De schilder werd in 1606 geboren en overleed in 1669. Met als gevolg dat in 1906 – in het Stedelijk, waarbij de Nachtwacht in een enorme kist van het Rijks naar het Stedelijk werd verhuisd – en in 2006, maar dus ook in 1956, 1969, 2019 ook grote overzichtstentoonstellingen worden georganiseerd. Met nog een tussendoortje in 2015: De late Rembrandt. Waar jaar na jaar de belangstelling enorm voor toeneemt. Lange rijen, timeslots. Vliegtuigen vol bezoekers. Rembrandt is een economische waarde an sich. Het prijskaartje dat er in het gesprek na de presentatie van Frans werd aangehangen was 500 miljoen voor alleen al de Nachtwacht. Dat is dus wat we aan inkomsten derven mocht het schilderij verloren gaan. Dat Rembrandt tot de absolute internationale eredivisie behoort valt ook met heel andere cijfers te staven: het aantal wetenschappelijke publicaties neemt alleen nog maar toe. Inmiddels staat de teller op bijna 1500 publicaties. Op dit moment meer dan 20 per jaar. Tegenwoordig vooral over het materiaal: de verf, het doek, de ondergrond. Nieuwe technieken waarmee scans van de schilderijen gemaakt kunnen worden, met name ook om de echtheid te onderzoeken en daarmee de waardebepaling én om beter te begrijpen hoe Rembrandt zelf werkte, hebben een grote vlucht genomen.

Het gevolg daarvan is dat het aantal “echte” Rembrandts tot voor enkele jaren flink daalde. Rond 1920 werden nog 711 werken aan de grote schilder toegerekend, nu stabiliseert zich dat een jaar of tien op circa 370. Al dat onderzoek heeft veel informatie opgeleverd over de werkplaatspraktijk van Rembrandt. Zo was hij de enige die fijn zand in zijn grondering gebruikte, met effect op de uitstraling van het eindresultaat. Hij had veel leerlingen, en was een goede leermeester. Maar in tegenstelling tot sommige tijdgenoten schilderde hij vermoedelijk het meeste zelf. Mogelijk heeft hij wel eens wat toegevoegd aan een werk van een leerling, maar waarschijnlijk niet of nauwelijks andersom. En zijn productie was hoog: hij schilderde gemiddeld bijna een werk per maand. Daarnaast maakte hij nog zijn prenten en tekeningen, vaak als voorstudie, maar ook voor de verkoop. Zijn prijzen lagen hoog. Lastig om om te rekenen, maar met 500 gulden voor sommige grote  schilderijen was hij absolute topper. Dat was één à twee jaarsalarissen van een ambachtsman. Zijn signering paste hij aan, aan zijn roem. Aanvankelijk nog voluit Rembrandt van Rijn, maar toen zijn ster steeg net als Titiaan of Rafael met uitsluitend zijn voornaam. Niet zoveel anders als nu Ronaldo. Hij kon dus op grote voet leven. En dat deed hij, al is het niet goed afgelopen en ging hij failliet. In gesprek met bezoekers bevestigde Frans het verschil tussen van Gogh en Rembrandt: Rembrandt kende zijn talent als kunstenaar, hij wilde de beste zijn, en  roem en fortuin verdienen. Het doel van Van Gogh was: kunstenaar zijn.

Frans zette wel een vraagteken bij het geboortejaar van de schilder. We vieren het jaar 1606, maar er zijn ook aanwijzingen dat hij in 1607 is geboren.

Frans had ons vooraf beloofd nog wat andere onopgeloste raadsels met ons te delen. Zo is er nog een schilderij zoek uit de vroege periode. Er zijn vier schilderijtjes bekend over onze zintuigen: het kijken (de brillenverkoper), luisteren, ruiken, horen.  Maar waar is het schilderij van de Smaak? Hopelijk komt het nog eens tevoorschijn.

Ten slotte toonde Frans ons een vroeg werk van een historisch tafereel van twee mannen, met hun entourage. Wie zijn het, welke scene is dit? Het publiek mocht ook wat speculeren, maar een definitief antwoord  kwam niet naar voren. Ook de twee figuren op  Joodse Bruidje zijn nog niet geïdentificeerd. Zijn het wel portretten, vraagt Frans zich af. Een bezoekster suggereerde dat het zoon Titus zou kunnen zijn. Maar daar zijn ook weer argumenten tegen.

Zo bleven er ook aan het eind van deze druk bezochte avond nog allerlei vragen en raadsels rond Rembrandt over.