Hermi Hartjes speelde Hendrickje, Rembrandts Lief.
Hendrickje gaat op de bok van de wagen zitten, met de restanten van de inboedel van het huis aan de Breestraat. Rembrandt is failliet, de meest spullen zijn onder de prijs verkocht en de rest van het huishouden van de grote schilder, zijn lief, zijn zoon Titus en zijn dochtertje Cornelia verhuist naar de Rozengracht. Ik sluit mijn ogen en verbeeld mij de stad van toen. Ik hoor Hermi Hartjes in haar rol van Hendrickje schelden op rijke lui als Jan Six die haar grote brombeer hebben laten stikken. Maar ik hoor bijna ook het lawaai van mensen,
karren, geschreeuw én ruik de stank in die bomvolle eind middeleeuwse stad op het hoogtepunt van zijn glorie, maar ook met zijn meedogenloos primitief kapitalisme en benepen calvinisme waarin een ongetrouwde samenwonende vrouw werd beschuldigd van hoererij. Met als ultieme sanctie uitsluiting van het avondmaal in de kerk. Was dat ernstig? Zeker: dat was een vorm van sociale uitsluiting. Maar Hendrickje gaf geen krimp. Ze neemt het heft in handen en zorgt ervoor dat Rembrandt weer gaat schilderen. Ze had inmiddels na de dood van de eerdere vrouwen van Rembrandt zeker met hem kunnen trouwen. Maar, zo was de speculatie tijdens de nabespreking, dan had ze geen handel mogen beginnen. Een ongetrouwde vrouw had minder aanzien maar meer maatschappelijke speelruimte dan een getrouwde vrouw. Met de kunsthandel die zij startte met Titus, kwam er brood op de plank. Op de plek waar nu de tattooshop zit aan het begin van de Rozengracht. Wel in heel andere huizen, met een voorloop naar de achterliggende Bloemgracht waar Rembrandt een atelier had.
Hermi Hartjes speelde met een tafeltje, twee stoelen, een kaars en een mandje met een bos wortelen met loof en een zinken teil het leven van de derde liefde van Rembrandt. Hendrickje was de Achterhoek ontvlucht nadat haar vader en broer waren omgekomen bij de ontploffing van de kruittoren en terecht gekomen in Amsterdam, als hulp in het huishouden van de veel oudere beroemde schilder Rembrandt. Hij leefde in die jaren na de dood van Saskia met Geertje waarmee de relatie letterlijk in gekrakeel ontplofte. In de verbeelding door Hermi was de schilder een ongelikte beer die haar aanvankelijk amper zag staan. We maken mee hoe Rembrandt uiteindelijk toch naar haar omkijkt, haar vraagt model te zitten, naakt. Als Bathseba. Ook dat was voor die tijd volstrekt taboe. Hoe kwam het dat een eenvoudig meisje uit Bredevoort deze stappen zette? Hermi, zelf afkomstig uit de Achterhoek, heeft het proberen te achterhalen. Zelf kwam ze ook naar Amsterdam, en verloor ze er haar provinciale schroom.
We zien op het podium in de Nassaukerk een stevige Amsterdamse die rap van tong ons meeneemt naar de kleine overvolle stad van toen. De wijde rokken waarin Hendrickje ongetwijfeld gekleed ging benadrukken hoe een vrouw “breed” kon staan, in Achterhoekse termen.
Met de monoloog die Hermi al in 2006 schreef en speelde neemt zij het op voor een vrouw als Hendrickje die er bij de meeste biografen nogal bekaaid vanaf komt, als marginaal verschijnsel in de schaduw van het genie. In een epiloog laat Hermi Cornelia aan het woord, de dochter van Hendrickje die door de Rembrandtbiografen sowieso doodgezwegen wordt. Zij migreerde met haar man naar Batavia waar ze twee zonen kreeg: Rembrandt en Hendrick. Kleinkinderen die Rembrandt nooit gekend heeft.
Het theaterstuk Hendrickje, Rembrandts Lief was een vervolg op de eerdere Buren Vertellen-avond door Frans Grijzenhout over raadsels rond Rembrandt. Hermi, zelf ook buurtbewoner, speelde het voor een betrokken publiek, hoofdzakelijk uit de buurt. We mochten weer veel nieuwe gezichten verwelkomen.
Buren Vertellen is een initiatief van Stichting Kerk & Buurt om naast de projecten Filah, Kringloopwinkel en Burenhulp iets terug te geven aan de buurt. De opbrengsten van de toegang vloeien direct in de kas van Kerk & Buurt voor haar projecten, op de fles wijn na die de gastsprekers als honorarium ontvangen.
Tips voor nieuwe avonden van Buren vertellen zijn van harte welkom: info@dickjansen.nl.